De nieuwe eigenaar van de haven laat stevig van zich horen. En dat is prima. De tijd dat de overheid de haven “runde” kenmerkten zich vooral door stilte en geen ontwikkeling. Ze vergaten vele jaren ook de ligprijs te verhogen. Dat was natuurlijk wel weer plezierig. Dit laatste is door de nieuwe eigenaar snel ingehaald. Je kunt daar echter nauwelijks klachten over hebben. In verhouding met Nederland is het nog steeds goedkoop en uiteraard kun je niets ontwikkelen zonder dat daar kosten tegenover staan. De bouw van de nieuwe Capitainerie kan nu echt van start. Met de herinrichting van de haven zal eveneens als het even kan een begin worden gemaakt. Nog even dan vaart de Capitaine in een bootje rond. Dat is wel leuk, maar hij wordt ook geacht het vuil uit de haven te ruimen. Dat zal hij wel minder leuk vinden. Bij de nieuwe capitainerie komt ook een fietsenverhuur en toeristische informatie. Plezierig voor de havenbewoners is dat onder de nieuwe
Geruime tijd geleden liet ik u kennis maken met de in een oude spoorwegtunnel gevestigde kelders waar kaassoorten uit een groot gebied worden geaffineerd (gecontroleerd rijpingsproces waar de mooie schimmels ontstaan). Merkwaardig woord overigens zo vernederlandst, maar het komt van de “affinage” oftewel zoals beschreven in een Nederlandse encyclopedie: verfijnen, rijpen, vooral van kaas. Waar het nu om gaat is dat ik bij die gelegenheid vertelde dat er naar professionele schatting van de kaashandelaar en affineur wiens eigendom deze kelders zijn, in Frankrijk rond de duizend verschillende kazen bestaan. Je moet vroeg in je leven beginnen en er een serieuze hobby van maken om die allemaal echt te proeven. Nu is het in het geheel niet moeilijk om in ieder geval een start te maken met zo’n hobby. Veel ingewikkelder is het om op enig moment uit overwegingen van gewicht hiermee te stoppen.
Alleen al het feit dat iedere Franse markt waar je komt op z’n minst een kaashandel heeft staan, naast alle kleine tot zeer kleine plaatselijke producenten die ook een toontje mee willen blazen, maakt dit lastig. Je komt immers ook op die markt om nu juist vers en gezond voedsel te kopen dat past in een afslankdieet.
Wandelen, ook zo’n Franse hobby. Wij doen het met een club: iedere maandagmiddag. (Overigens wandelt men niet alleen maar in die club, maar organiseert men veel meer activiteiten op het terrein van gezelligheid zowel als op sociaal en cultureel terrein. Het is één van mijn bronnen als het over veel wetenswaardigs van deze omgeving gaat.) Maar goed: wandelen dus. Niet alleen veel in clubverband, maar bijna iedere zondag wordt er wel ergens een wandeling georganiseerd. Daarvoor worden door de organisatoren uiteraard de mooiste plekken uitgezocht. Bovendien is een grote attractie dikwijls de ravitaillering gedurende dit soort tochten. Een activiteit organiseren zonder eten en/of drinken is voor Fransen niet goed denkbaar. Maar dat had u al uit vele andere verhalen begrepen. Wel, ook bij het wandelen speelt dit een rol. Zijn er, niet zelden, keuzes mogelijk uit meerdere wandelingen dan wordt er even serieus gekeken wat er aan voedsel wordt geboden, zowel onderweg als bij het eindpunt. Onderweg? Inderdaad, in plaats van de bij wandelaars in Nederland bekende controlepunten waar je een stempel moet halen om aan het einde een medaille in ontvangst te kunnen nemen ga je hier langs bij ravitailleringpunten (meer naarmate je een langere afstand loopt) om je aan regionale of lokale specialiteiten te goed te doen en even gezellig contact te hebben met anderen. In medailles die toch maar bij de zolderrommel verdwijnen is men bij deze
Even weg geweest, dus er zullen boodschappen moeten worden gedaan. Aangezien we laat op de donderdagavond retour waren kwam het mooi uit dat we de vrijdagochtend direct naar de vrijdagmarkt bij ons om de hoek konden gaan. Altijd een plezierig uitje waar we niet zelden bekenden tegen komen en waar ik graag rond kijk om ideeën op te doen voor de maaltijden van de komende dagen. Met wat vage ideeën sla je aan het inkopen en op weg naar huis vormen zich de gedachten verder naar concrete schotels met het zo juist verworvene. Een voordeel van het op die manier te werk gaan is dat je in staat bent steeds bij de highlights van het seizoen aan te sluiten. Op de markt staan ook hier de bekende vaste stallen, waar we ook graag gebruik van maken en waar ze je na verloop van tijd beginnen te kennen. Tot zo ver is er nauwelijks verschil met de Nederlandse markten. Alleen de nadrukkelijke aanduiding bij producten dat ze uit Frankrijk afkomstig zijn gaat mogelijk wat verder dan de bekende aanduiding “Hollandse bloemkool”. Men is hier wat sterker gericht op landbouwproducten uit eigen land. Over de afkomst van producten hoef je niet te twijfelen bij een fenomeen dat de Nederlandse markten
Natuurlijk is Roanne eigenlijk maar een klein provinciestadje. Toch is er sprake van een tamelijk rijk cultureel leven. Meer dan ik eigenlijk ken van Nederlandse stadjes van vergelijkbare omvang. Dat wil zeggen: neem niet voorstellingen in grote theaters en concertzalen als referentiepunt. Het is allemaal wat dorpser van aard, maar daarom niet van lage kwaliteit. Meer verbazend is echter het aantal mensen dat zich zelf bezig houdt met de uitvoering van één of meer culturele activiteiten. Naar ik meen maakte ik al eens eerder melding van het rijke verenigingsleven, ook op cultureel gebied. En bedenk daarbij wel dat het inwoneraantal na het topjaar 1975 met 55.989 inwoners is terug gelopen naar het hedendaagse aantal van 35.900. Geen wonder dat sommige geboren en getogen inwoners klagen dat het verenigingsleven terugloopt. Alleen al de demografische ontwikkeling draagt daar zeker aan bij. Toch worden er ook heden ten dage nog steeds groepen en groepjes opgericht die zich –soms van grote kwaliteit getuigend- met theater in brede zin gaan bezig houden. Kijk voor de aardigheid maar eens naar het filmpje op http://www.roanneasso.fr/asso/1216-nu-compagnie-theatrale.htm
Je vaart een eind weg met je schip. Je vind een leuke ligplek. Je verklaart: hier woon ik nu. Het kan allemaal in Frankrijk voor de inwoners van de Schengenlanden. Maar ook velen van buiten Europa hebben inmiddels kennis gemaakt met deze Franse gastvrijheid. Zij moeten weliswaar formeel het land af en toe even verlaten, maar moeilijke procedures: daar doet men meestal niet aan. Het was wel even wennen om neer te strijken in midden Frankrijk en vervolgens te merken dat je in een hoofdzakelijk Engels sprekende gemeenschap bent beland. We hebben er energie in moeten steken om het zwaartepunt van onze activiteiten vervolgens in een Franse omgeving plaats te kunnen laten vinden. Met de actieve deelname aan het verenigingsleven is dat inmiddels goed gelukt zoals regelmatig uit deze kolommen blijkt. We beleven daar veel plezier aan. Dat neemt niet weg dat we ook met de Engels sprekende gemeenschap het nodige ondernemen. Met een groepje Amerikanen zijn we thans redelijk nauw bevriend. Gebeuren daar belangrijke dingen dan zijn we er dikwijls bij betrokken. Dat wisselt af tussen een lach en een traan. We leven mee met vreugdevolle zowel als verdrietige gebeurtenissen hier of in hun familie en dikwijls kennen we inmiddels een deel van de familie door bezoeken of op z’n minst de uitgewisselde verhalen over kinderen en kleinkinderen. Dezer dagen was er weer zo’n soms voor komende vreemde vermenging van vreugdevolle en verdrietige momenten. Het begon met plezier. De echtgenote van een hier al vele jaren levend Amerikaans koppel kon haar verjaardag vieren. Samen met enkele anderen werd een plannetje gesmeed dat we vervolgens niet meer hoefden te verkopen, want de dame kwam zelf aan met een idee dat hier nauw op aan sloot. Ze had van ons gehoord over een bijzondere Chambres d’hôtes waar ze nu ook wel eens wilde eten en verblijven. Het betreft hier het in Nederland na een aantal TV-uitzendingen tamelijk bekende
We gaan de eerste echte zomerdag beleven. Reden om er maar weer eens op uit te trekken. Eén van de favorieten om deze tijd van het jaar blijft Lyon. Natuurlijk, dat is een grote stad. Maar al wat langere tijd geleden schreef ik ook al eens over dat onvergelijkbaar mooie park “De laTête d’Or”. Een groot park van 117 hectare met een geschiedenis. Het is gelegen op woest land dat vroeger regelmatig werd overstroomd door de Rhône. Daardoor ontstonden dode watertjes, “Lônes” genaamd en “Broteaux” moerassen. Het gebied, toen eigendom van de in Lyon bekende familie Lambert had in die tijd (1530) al de naam van “Tête d’Or”, gouden hoofd, naar aanleiding van een legende over het verbranden op dit terrein van een schat met een Christuskop. Korte tijd stond het ook bekend als Grange Lambert, voorraadschuur van de Lamberts. Toen men rond 1812 begon na te denken over het creëren van een park om aan de noden van een snel groeiende stad te voldoen werd in eerste instantie nog niet aan dit moeilijke gebied gedacht. Onder andere de heuvel van de Fourvière, nog steeds een markant punt in de stad, stond daarbij in de aandacht. Daar was na afloop van de pestepidemie van 1645 als gevolg van een belofte al een kapel met kleine tuin gebouwd ter ere van Maria. Nadat de landschapsarchitect Christophe Bonnet terzelfder tijd voorstelde om in het moerasgebied van Lambert een soort Bois de Boulogne te bouwen (Lyon is in een eeuwigdurende strijd verwikkeld met Parijs dat ze graag op tal van terreinen willen evenaren) kwam de aandacht meer hierop te liggen. Hij werd in die ideeën gesteund doorde toenmalige senator en burgemeester Claude-Marius Vaisse. Men begon van af 1856 al vast met het aankopen van het land van de Grange Lambert. Later kwam de Fourvière ook meer in de aandacht voor het bouwen van een grote basiliek op de plek van de kapel om de triomf van de
De trouwe lezer heeft het al veel eerder begrepen: we leven hier in de nabijheid van interessante wijngebieden. Bourgogne en Beaujolais zijn uiteraard de meer bekende namen. Maar ik moet zeggen dat ik redelijk gecharmeerd ben van de Côte Roannaise, waar we min of meer midden in leven. Vanwege de hier veel gebruikte druif, de Gamay, werd het gebied lange tijd een beetje met de nek aangekeken. Het leverde immers geen wijnen op die opvallen door hun kracht en bewaarmogelijkheden. De Gamay wordt overigens ook in de Beaujolais gebruikt, waar men er eveneens een heel redelijke wijn van weet te maken. (En dan heb ik het uiteraard niet over het brouwsel dat onder de naam Beaujolais nouveau bekend is geworden) De Côte Roannaise had de wat lagere dunk waarschijnlijk wel te danken aan een periode waarin het zeker wat minder ging met de kwaliteit. In die periode daalde ook de productie en verdwenen vele wijngaarden. Natuurlijk zijn de productiehoeveelheden ook nu in de moderne tijd niet te vergelijken met die van de grote namen. De kanttekeningen met betrekking tot de kwaliteit heeft men
Snel door naar die mooie vakantie in het zuiden. Zoals voor zo vele anderen waren ook voor ons de steden langs die route niet meer dan een naam in de routevoorbereiding. Metz, Nancy, Dijon, Chalon, Lyon. Daarna had je het gevoel echt in het zuiden te zijn en kon de vakantie beginnen. Eenmaal wonende in de buurt van Lyon kwamen we al snel tot de ontdekking dat we met het altijd zo snel mogelijk passeren van Lyon ook veel gemist hadden. Wat een leuke en mooie stad. Vervolgens kwamen we met het schip terecht in Chalon sur Saône en opnieuw kwamen we tot dezelfde conclusie. Vrienden kwamen ons daar opzoeken en ook samen met hen konden we niet anders constateren dan dat we tot dan toe veel gemist hadden door het altijd maar voorbij racen van Chalon. Over beiden heb ik inmiddels op deze website dan wel in artikelen in de “Motorboot” uitvoerig geschreven. Door omstandigheden ging dit jaar onze geplande vakantie in Spanje niet door. Dus besloten we om op onze weg naar Nederland maar eens opnieuw in een van die steden uit de routeplanning wat langer te gaan rondkijken. Metz was dit keer ons doelwit. En wederom kwamen we tot verrassende ontdekkingen. Het
En hoe liep het nu af met dat rijbewijs? In oktober vertelde ik hoe ik na een direct ingrijpen van de Procureur de la République (een mooie naam voor de officier van justitie) in eerste instantie onmiddelijk mijn verlopende Nederlandse rijbewijs terug kreeg en hoe snel en vriendelijk de chef van de afdeling rijbewijzen bij de sous-prefecture mij daarna aan mijn rijbewijs hielp. Zoals uitgelegd zat daar wel een fout in omdat mijn motorrijbewijs voor alle categorieën ineens veranderd bleek in een bewijs van bekwaamheid om een snorfiets te besturen. Laat maar zitten denk je in eerste instantie. Naarmate ik er echter met anderen over sprak bleek steeds opnieuw mijn boosheid over zoveel slordigheid. En misschien zal ik geen motor meer aanschaffen, maar ik zou nu zelfs een handig scootertje of zo’n bejaardenautootje zoals je soms ziet niet mogen besturen zonder eerst weer een test af te leggen. Ook dat is natuurlijk nu niet aan de orde, maar je weet maar nooit.
Op drie december zette ik me dus aan het schrijven van een brief. Bekend met de zeer gevoelige tenen van de Franse ambtenarij zocht ik het midden